Elk jaar voert Alert Online een onderzoek uit om inzicht te verkrijgen in het huidige niveau van cybersecurity bewustzijn.
Het bewustzijnsonderzoek legt kennis, houding en gedrag op het gebied van cybersecurity bloot, maar ook de informatiebehoeften op dit gebied en de verschillen tussen doelgroepen en in de tijd.
Bron: https://www.alertonline.nl/cybersecurityonderzoek
Samenvattende conclusies:
Begin dit jaar maakte een hacker een zoekmachine waarmee de wachtwoorden en e-mailadressen van enkele honderdduizenden Nederlanders inzichtelijk werden gemaakt. Het doel van de hacker: bewustzijn creëren over de gevaren online. In het huidige onderzoek onderzochten we de kennis en het gedrag van Nederlanders met betrekking tot cyberveiligheid en of we daar verandering in zien ten opzichte van 2017.
Weinig zorgen over online veiligheid op werk door lage, eigen verantwoordelijkheid.
Het merendeel van de (werkende) Nederlanders vindt dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor hun online veiligheid thuis. Dit in tegenstelling tot op het werk: daar is volgens de meeste Nederlanders hun werkgever verantwoordelijk. Misschien veroorzaakt dit mede dat men zich in de werksituatie minder zorgen maakt over de online veiligheid dan in de privésituatie. Dit geldt ook voor medewerkers in de vitale infrastructuur (medewerkers met een computer die zich bezighouden met vitale processen zoals drinkwatervoorziening, elektriciteit, betalingsverkeer tussen banken, etcetera), maar in mindere mate dan onder het Nederlandse publiek. Kortom, medewerkers in de vitale infrastructuur maken zich zowel in hun privésituatie als op het werk meer zorgen over de online veiligheid dan het Nederlandse publiek. Ten opzichte van vorig jaar zien we geen significante veranderingen in de mate van zorgen over de online veiligheid in de thuissituatie en op het werk.
Bekendheid ddos-aanvallen in het afgelopen jaar gestegen.
Regelmatig zijn banken het doelwit van DDoS-aanvallen, waardoor soms urenlange storingen optreden. Mogelijk is door de berichtgeving in de media de bekendheid van DDoS-aanvallen ten opzichte van vorig jaar toegenomen. De bekendheid van verschillende andere cybergevaren is daarentegen afgenomen en ook zijn Nederlanders minder goed op de hoogte wat phishing, identiteitsfraude en cyberaanvallen zijn. Terwijl de Nederlandse bevolking dit jaar meer in aanraking lijkt te zijn geweest met cyberaanvallen. Dit heeft nog niet geleid tot een hogere risicoperceptie: net als in 2017 schatten Nederlanders de kans om slachtoffer te worden van cybercriminaliteit relatief laag in.
Geen zorgen ondanks meer confrontatie met cybercriminaliteit
Ten opzichte van 2017 zijn Nederlanders in de privésituatie vaker getroffen door een of andere manier van cybercriminaliteit. Desalniettemin maakt een minderheid zich zorgen. Opvallend is dat een groot deel niets onderneemt na persoonlijk of op het werk te zijn getroffen door cybercriminaliteit. Het meest gebruikelijke wat Nederlanders ondernemen, is een antivirussoftware installeren. Verder zegt een kwart van de Nederlanders na het voorval, websites te controleren op https. Dit komt omdat veel Nederlanders, ten onrechte geloven dat https of een groen slotje staan voor een veilige website. Circa een derde (36%) geeft aan (bijna) alleen maar websites te bezoeken waar een groen slotje en/of https
voor het adres staan.
Vier op de tien (werkende) Nederlanders hebben behoefte aan verbetering van hun online veiligheid
(Werkende) Nederlanders zijn relatief goed bekend met preventiemaatregelen. De bekendste preventiemaatregelen zijn virusscanners en automatische updates. In het afgelopen jaar is de bekendheid van tweestapsverificatie en VPN-verbindingen onder het Nederlands publiek gestegen. De bekendheid van verschillende maatregelen is onder medewerkers in de vitale infrastructuur juist wat gedaald, maar die was (en is) al relatief hoog ten opzichte van de gemiddelde (werkende) Nederlander.
(Werkende) Nederlanders geven zichzelf een ruime voldoende (6,9) als het gaat om het om ‘het veilig omgaan met online gevaren'. Dit ligt voor alle doelgroepen ongeveer gelijk. Vier op de tien (werkende) Nederlanders hebben behoefte aan verbetering van de persoonlijke online veiligheid. Om hun online veiligheid te verbeteren, zijn zij bereid om de meest standaard handelingen uit te voeren: installeren of regelmatig updaten van de antivirussoftware, regelmatig back-ups maken van alle bestanden, wachtwoorden regelmatig veranderen en een firewall installeren. Mensen zijn minder bereid om een specialist in te huren om de digitale veiligheid te verbeteren, altijd gebruik te maken van een VPN verbinding of om het standaard wachtwoord van hun wifi-modem te veranderen.
Kinderen vertonen risicovol gedrag op het internet
De meeste kinderen tussen de 11 en 12 jaar oud zijn regelmatig online actief. Ongeveer acht op de tien hebben een smartphone die ze gebruiken om op social media te gaan of om te chatten/appen met vrienden. WhatsApp is nog steeds de meest gebruikte app onder kinderen. Ten opzichte van 2017 is het aandeel kinderen dat op facebook actief is aanzienlijk gedaald, zoals ook al in andere onderzoeken is aangetoond.
Driekwart van de kinderen (73%) geeft aan dat zij denken dat hun ouders weten wat zij op social media doen. De controle op apparaten is relatief laag; slechts 10% van de kinderen geeft aan dat er regelmatig iemand meekijkt op de apparaten. Gevaarlijk, want er lijkt een toename van onveilig internetgedrag te zijn onder kinderen. Meer dan in 2017 hebben kinderen weleens afgesproken met iemand die ze op het internet hebben leren kennen, een foto van zichzelf gestuurd naar iemand die ze nog niet in het echt hebben ontmoet, of op een onbekende link geklikt.
Daarnaast vertoont een op de drie kinderen van 11 of 12 jaar weleens risicovol gedrag door te klikken op banners of op links op social media. Verder maken kinderen regelmatig gebruik van wifi-netwerken zonder dat ze daar een wachtwoord voor hoeven in te vullen. Een derde van de kinderen geeft aan te weten hoe ze kunnen zien of een website onveilig is en een kwart weet dat van een wifi-netwerk. Ten opzichte van vorig jaar letten kinderen minder op de veiligheid van een wifi-netwerk.
Scholen lijken meer te doen aan digitale veiligheid dan ouders thuis
Ouders van kinderen maken zich minder zorgen om de online veiligheid van hun kinderen als ze op school online zijn dan thuis. Terecht, want scholen lijken meer te doen aan online veiligheid dan ouders: twee derde van de kinderen geeft aan dat hun school een beveiliging heeft ingesteld zodat niet alle websites bezocht kunnen worden. Een kwart van de kinderen geeft aan dat hun ouders zo'n beveiliging thuis hebben ingesteld.
Download hier het volledige Nationaal Cybersecurity Bewustzijnsonderzoek 2018 en de bijbehorende infographic:
- Nationaal Cybersecurity Bewustzijnsonderzoek 2018, InfoGraphic (JPG)
- Nationaal Cybersecurity Bewustzijnsonderzoek 2018, Onderzoeksresultaten (PDF)
Zie hieronder bijbehorende Infographic Nationaal Cybersecurity Bewustzijnsonderzoek 2018. (Click op de infographic voor het origineel)